104 dagen in de gevangenis: Journalist Furkan Karabay

Gepubliceerd op 31 augustus 2025 om 22:15

Auteur: Göksu Başaran

31 Ağustos 2025

 

 


Journalist Furkan Karabay werd op 15 mei 2025 tijdens een politie-inval in zijn huis gearresteerd en dezelfde dag nog door de rechtbank in voorlopige hechtenis genomen. Sindsdien zit hij al 104 dagen vast in de gevangenis van Silivri (Marmara-gevangenis), zonder dat er een proces tegen hem is gestart of dat er zelfs maar een aanklacht is opgesteld.

 


De aanklachten tegen Karabay zijn opvallend. Het Openbaar Ministerie beschuldigt de journalist van “belediging van de president” en van het “doelwit maken van functionarissen die betrokken zijn bij de strijd tegen terrorisme.” Deze beschuldigingen zijn gebaseerd op uitspraken in zijn nieuwsberichten en posts op sociale media. Het feit dat Karabay louter voor zijn journalistieke werkzaamheden vervolgd wordt, leidt niet alleen in Turkije maar ook internationaal tot grote bezorgdheid over de persvrijheid.

 


Zijn advocaten noemen de situatie “juridisch onaanvaardbaar.” Ondanks dat hij al 104 dagen vastzit, is er nog steeds geen aanklacht opgesteld. Dit wijst volgens hen op nalatigheid of opzettelijke vertraging door het Openbaar Ministerie. Bovendien zijn drie afzonderlijke verzoeken tot vrijlating afgewezen door de rechtbank, telkens met dezelfde motivatie: “vluchtgevaar.” Een onafhankelijke journalist die midden in de publieke belangstelling staat, kan echter onmogelijk “onderduiken.” Deze motivatie lijkt enkel een instrument om de hechtenis te verlengen.

 


Politici en journalistieke organisaties volgen de zaak nauwlettend. CHP-ondervoorzitter Gökçen stelde recent dat Karabay’s detentie zonder aanklacht langer dan 100 dagen in feite een straf op zich is geworden. Ayça Söylemez, columnist bij de krant BirGün, benadrukte dat Karabay zelfs in de gevangenis blijft schrijven. Haar uitspraak “Je kunt een journalist opsluiten, maar je kunt de journalistiek niet opsluiten” kreeg brede weerklank in Turkije én Europa.

 


Volgens de in Europa geldende wetten inzake persvrijheid mogen journalisten nooit enkel vanwege hun professionele activiteiten vervolgd of opgesloten worden. Ook de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is op dit punt duidelijk. Turkije is bovendien op grond van zijn eigen grondwet en perswet verplicht om de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid te waarborgen. De zaak-Karabay legt de diepe kloof bloot tussen deze formele garanties en de feitelijke praktijk.

 


Internationale journalistenorganisaties en mensenrechteninstellingen beschouwen Karabay’s hechtenis als een zwarte vlek op het persvrijheidsdossier van Turkije. Zij eisen zijn onmiddellijke vrijlating, een einde aan het vasthouden zonder aanklacht en een stop op het criminaliseren van journalistiek. Binnen de Europese Unie wordt de zaak eveneens besproken, en in rapporten over persvrijheid wordt Karabay als voorbeeldcase aangehaald.

 


Conclusie: De zaak van Furkan Karabay gaat verder dan de vrijheid van één journalist. Het is een test voor de persvrijheid en de rechtsstaat in Turkije. Het feit dat hij al 104 dagen zonder aanklacht gevangen wordt gehouden, maakt zijn onmiddellijke vrijlating niet alleen een politieke maar ook een juridische noodzaak.